Struikelblokken van digitoegankelijkheid: zo maak jij je content voor 28 juni ‘wet WCAG-proof’

De praktijk: do’s en don’ts

Digitoegankelijkheid klinkt als iets technisch, maar veel obstakels zitten juist in de content. Hieronder vind je de meest voorkomende struikelblokken en hoe je ze voorkomt.

1. Onduidelijke links

Een linktekst als ‘klik hier’ zegt niets over de bestemming. Voor gebruikers van een screenreader wordt het dan onbegrijpelijk: zij krijgen een lijst te horen met alle links op een pagina. Zonder context.
Wat wél werkt: ‘Bekijk tips over het opstellen van algemene voorwaarden op het Ondernemersplein.’ Zo weet iedereen meteen waar de link naartoe leidt.

2. Afbeeldingen zonder alt-tekst

Zonder alternatieve tekst (‘alt-tekst’) zijn afbeeldingen onzichtbaar voor mensen die screenreaders gebruiken.
Wat je doet: schrijf een korte, functionele beschrijving achter een afbeelding. Bijvoorbeeld: ‘Medewerker in fabriek werkt aan vliegtuigvleugel.’ Laat een eventueel bijschrift een aanvulling zijn, bijvoorbeeld: ‘Medewerkers van organisatie X werken al maanden hard aan het verbeteren van de veiligheid van vliegtuigen.’

3. Afbeeldingen met (onleesbare) tekst

Screenreaders kunnen tekst uit een afbeelding (bijvoorbeeld een screenshot van een website) niet voorlezen. Soms willen slechtziende lezers daarom inzoomen om een tekst te lezen. De afbeelding kan dan korrelig en onleesbaar worden.
Wat helpt: plaats je tekst ook los als ‘echte’ tekst. Geef eventueel een alternatief, bijvoorbeeld door de afbeelding los te beschrijven.

4. Slecht kleurcontrast

Een stijlvolle kleurkeuze is leuk, maar lichtgrijze tekst op een witte achtergrond is voor niemand fijn leesbaar. En als je buiten staat, is het extra fijn als een digitale pagina een sterk kleurcontrast heeft.
Wat helpt: gebruik een contrast van minstens 4,5:1 voor gewone tekst en 3:1 voor grote tekst. Tools zoals de WebAIM Contrast Checker helpen je het juiste contrast te vinden.

5. Geen koppen(structuur)

Een webpagina zonder duidelijk koppen is als een boek zonder hoofdstukken: hoe weet je dan snel waar je moet zijn? Ook kunnen hulpmiddelen de inhoud niet logisch scannen.
Wat je doet: gebruik kopstijlen. Begin de titel met H1, maak tussenkoppen H2 en zet subtussenkoppen in H3. Gebruik netjes aflopende niveaus en sla er geen over. Zo ontstaat er een logische structuur.

6. Onduidelijke titels

Een onduidelijke, niet-beschrijvende titel is moeilijk te duiden voor mensen die screenreaders gebruiken.
Wat je doet: zorg ervoor dat je titels (en bestandnamen!) to the point zijn. Dus niet: ‘Microsoft WORD – Bestemmingsplan wijk B.doc’, maar wel: ‘Bestemmingsplan wijk B Gemeente Utrecht’.

7. Negeren van de functies van Word

Wil je kolommen, tabellen, opsommingen of een nieuwe pagina toevoegen aan je tekst in Word? Zorg er dan voor dat je de juiste Word-functies gebruikt. Een screenreader leest alles voor, dus als er een lege regel in je tekst staat, zegt het: ‘leeg’.
Wat wél werkt: gebruik de opsommingen van Word, maak tabellen via ‘invoegen’ en werk met pagina-eindes.

8. Video’s zonder ondertiteling of audiodescriptie

Een video zonder ondertiteling is niet toegankelijk voor doven en slechthorenden. Ook is ondertiteling fijn voor mensen die je content liever lezen dan kijken. (Bijvoorbeeld in een overvolle treincoupé of een andere rumoerige omgeving.)
Wat je nodig hebt: ondertiteling bij je video (het liefst in een los bestand), een korte samenvatting of audiodescriptie als naslagweg, eventueel een uitgeschreven tekst.